De Pelen Ecotop 2019

Op zaterdag 26 oktober vond in de dorpsherberg te Ospel de eerste DePelen-Ecotop plaats. Op dit eerste provincie overschrijdende symposium over natuur en landschap in de Peelstreek waren 135 deelnemers aanwezig. De dag werd geopend door Birgit op de Laak, Burgemeester van Nederweert en Herman Vrehen, voorzitter van het overlegorgaan Nationaal Park de Groote Peel.

De dagvoorzitters van dienst waren Ton Lenders – Nationaal Park de Groote Peel & Raymond Pahlplatz,  Vogelstudiegroep Natuurhistorisch Genootschap in Limburg/ Vogelwerkgroep Nederweert.


In deze eerste editie stonden de vogels centraal met als thema “Het belang van het aangrenzend agrarisch landschap voor vogels uit de Peelgebieden”.

Ochtenprogramma

  • Kraanvogels in de Groote Peel, het belang van de Mussenbaan. Thijs Loven - Vogelwerkgroep Nederweert.
  • Patrijzen op de voet gevolgd, de eerste resultaten van een zenderonderzoek. Willem Maris - Natuurrijk Limburg
  • Overwinterende Klapeksters in de Peel. Jo van Zanten – Vogelwerkgroep De Peel
  • Vogels - de ‘Big-five’ van de Groote Peel. Piet Zegers – SBB/Vrijwilliger
  • 25 jaar ringonderzoek in de Groote Peel. Boena van Noorden – VWG de Peel (Asten/Someren) en Vogelringgroep de Groote Peel. gevolgd door de uitreiking van het 1e exemplaar van het rapport “Vogelringonderzoek in Nationaal Park de Groote Peel 2000 – 2015” aan Frank Oelmeijer, voorzitter Natuurhistorisch Genootschap in Limburg
Birgit op de Laak, Burgemeester Nederweert tijdens haar openingswoord
Herman Vrehen, Voorzitter Overlegorgaan NP de Groote Peel

DePelen-Ecotop 2023 wordt mede mogelijk gemaakt door

Kraanvogels in de Groote Peel, het belang van de Mussenbaan. Thijs Loven - Vogelwerkgroep Nederweert.


Een vlucht Kraanvogels spreekt menigeen tot de verbeelding. Dat was vroeger al het geval en is nog steeds zo. Vooral op topdagen in november is de doortrek soms spectaculair en kunnen in de omgeving van de Groote Peel duizenden exemplaren worden waargenomen. Een aantal hiervan overnacht in de Groote Peel en vogels foerageren ook in de omgeving waaronder de Mussenbaan. Het gaat de laatste decennia goed met de Kraanvogel. De broedpopulaties ten oosten van Nederland zijn flink gegroeid, het aantal paren in de Nederlandse hoogveen neemt duidelijk toe en ook de Groote Peel is als broedgebied ontdekt. Deze ontwikkeling kan niet los worden gezien van de vele natuurherstelprojecten die vanaf de eeuwwisseling zijn uitgevoerd.

De Mussenbaan, grenzend aan de Groote Peel lijkt een belangrijke factor voor definitieve vestiging als broedvogel in dit gebied. Of dat gaat lukken is nog onzeker. Met name droogte, predatiedruk en toename van recreatie spelen een belangrijke rol bij de vestiging van deze kritische soort.

Thijs Loven, vogelwerkgroep Nederweert

Patrijzen op de voet gevolgd, de eerste resultaten van een zenderonderzoek. Willem Maris - Natuurrijk Limburg.


De patrijs (Perdix perdix) is een prachtig boegbeeld van ons boerenland maar helaas in razend tempo aan het verdwijnen. De laatste jaren is het aantal broedparen in het Ospelse onderzoeksgebied echter toegenomen van 25 in 2014 naar 57 in 2019. Agrarisch Collectief Natuurrijk Limburg en Staatsbosbeheer - beheerder van het Nationaal Park - passen de laatste jaren patrijsvriendelijk beheer toe. Via zenderonderzoek wordt getracht het habitatgebruik van een aantal Ospelse patrijzen in beeld te krijgen om het beheer verder te kunnen optimaliseren.
Via het zenderonderzoek werden nestlocaties gevonden en het leefgebied van paren met kuikens in kaart gebracht. Bermen en boomkwekerijen lijken de belangrijkste nestplaatsen te zijn.

 Omdat het merendeel van de patrijzen tot ver in juni nog op het nest kan zitten - en een deel ook in juli - lijkt maaien van bermen een belangrijke verliesoorzaak. Patrijzen met kuikens werden in allerlei onkruidrijke akkers aangetroffen. In beide levensfases werden nauwelijks waarnemingen in vogelakkers gedaan. Gangbare percelen voorzagen in 2019 blijkbaar in voldoende geschikt leefgebied.

Willem Maris, Natuurrijk Limburg

Overwinterende Klapeksters in de Peel. Jo van Zanten – Vogelwerkgroep De Peel.


Klapeksters komen in Nederland alleen in de winter voor. De soort was tot 1999 nog als broedvogel aanwezig. In de Peelgebieden wordt het wintervoorkomen sinds de winter 2005-2006 gevolgd door Vogelwerkgroep De Peel, Vogelwerkgroep De Kulert en Vogelwerkgroep Nederweert. De soort wordt voornamelijk waargenomen op de grotere Peelgebieden, De Groote Peel en de Deurnse Peel. De aantallen variëren van 0-6 exemplaren, met een gemiddelde van vier winterterritoria voor de Groote Peel en twee winterterritoria in de Deurnse Peel.

Vogels - de ‘Big-five’ van de Groote Peel. Piet Zegers – SBB/Vrijwilliger.


In 1986 werd de Groote Peel aangewezen als speciale beschermingszone in het kader van de EG-Vogelrichtlijn. Voor vijf soorten broedvogels werden instandhoudingsdoelen vastgesteld. De instandhoudingsdoelen betreffen een minimum aantal broedparen dat van de betreffende soort aanwezig moet zijn in de Groote Peel. De aangewezen soorten zijn: dodaars 40 paar, geoorde fuut 40 paar, porseleinhoen 5 paar, blauwborst 200 paar en roodborsttapuit 80 paar.

Het beheer van het gebied moet er op gericht zijn deze instandhoudingsdoelen te realiseren.

Piet Zeegers, SBB Vrijwilliger

 Uit tellingen blijkt dat de dodaars, blauwborst en roodborsttapuit sinds 1992 (vrijwel) jaarlijks voldoen aan het instandhoudingsdoel. Geoorde fuut en porseleinhoen in de meeste jaren niet.


25 jaar ringonderzoek in de Groote Peel. Boena van Noorden – VWG de Peel (Asten/Someren) en Vogelringgroep de Groote Peel.


In de Groote Peel worden al heel lang vogels geringd. De oudste bekende ringgegeven is van 25 juni 1925, een nestjong van een Grauwe Kiekendief. Wat begon als losse activiteiten is sinds 2000 voortgezet als systematisch ringonderzoek. Met als belangrijkste vragen: wat is het belang van de Groote Peel voor trekvogels, wat is de jaarlijkse overleving en het broedsucces van broedvogels in de Groote Peel en het verkrijgen van inzicht in trekstrategieën. een aantal Peelsoorten passeren de revue, zoals Blauwborst en Watersnip. In totaal zijn 60.092 vogels geringd, waarvan er 10.683 zijn teruggevangen. De terugvangsten betrof met name eigen geringde vogels uit de Peelgebieden. Als bijzondere vangsten worden onder andere Bladkoning, Dwerggors, Pallas boszanger, Roodmus en Waterrietzanger genoemd.